Sonata Muziekonderwijs

Lestip 13: Beweging in de muziekles

Kan jij stil blijven zitten wanneer je muziek hoort? Meestal tikt er wel een voet of hand mee in de maat van de muziek. Volwassenen voelen zich vaak geremd om spontaan op te springen om te dansen of bewegen bij muziek. Kinderen kunnen juist niet stil blijven zitten wanneer ze muziek horen. Zij ervaren muziek met hun hele lijf. Ook voor hun concentratie is het belangrijk om veel te bewegen tijdens de muzieklessen.

Concentratie

Kinderen in de onder- en middenbouw hebben gedurende de dag een grote bewegingsdrang. De spanningsboog om zich lang te kunnen concentreren groeit in de eerste schooljaren van circa 5 minuten (kind van 4 jaar) tot ongeveer een kwartier (kind van 8 jaar)*. Wanneer de concentratie op is, gaan de kinderen zitten wiebelen. Je ziet aan sommige kinderen dat de inspanning om stil te zitten en op te letten zich in hun lijf ophoopt.

Je wil tijdens je muziekles de aandacht van de kinderen om te luisteren naar een lied, instrument of muziekstuk. Komen de kinderen uit een eerdere leersituatie waarbij ze al langere tijd geconcentreerd bezig zijn geweest? Begin je muziekles dan met bewegen. Dit kan zijn: een dans(je), een lied met bewegingen (zoals hoofd, schouders, knie en teen) of, in een ruim lokaal of het kleuterspeellokaal, lopen, rennen, huppelen etc. terwijl je op de trommel het ritme meespeelt. Wanneer de kinderen hierna hun energie kwijt zijn, is er weer ruimte voor concentratie.

Ontladen en opnieuw concentreren

Maar… als de kinderen al geen concentratie meer hebben én zij gaan bewegen, wordt het dan geen chaos in de groep?, hoor ik je denken. Ja, het wordt chaos wanneer je op dat moment opzwepende muziek aanzet en de kinderen volledig vrij laat. De energie die dan vrijkomt explodeert als het ware, met kans op onderlinge bots- en valpartijen.

Blijf zelf aan het roer staan en kader de bewegingsruimte. Activeer de kinderen met een duidelijk omschreven beweging. Begin met bewegingen voor de grote motoriek. Geef daarna bewegingsopdrachten die extra uitdaging bieden, zoals achteruit bewegen (lopend, stampend, springend enz.). Verfijn de bewegingen naar de kleine motoriek (met handen en vingers). Zo krijg je de rust weer terug in de groep en de concentratie voor je volgende opdracht.

Bewegen als muzikaal leerdoel

Bewegen om te ontladen en opnieuw te kunnen concentreren kan je ook onderdeel laten zijn van je muzieklessen. Ga op zoek naar de muzikale parameter waar het in jouw muziekles over zal gaan. Muzikale parameters zijn onder andere : toonsterkte, toonduur, toonhoogte en tempo. Zie het als tegenstellingen in de muziek zoals: hard – zacht, lang – kort, hoog – laag en snel – langzaam.

Geef de kinderen bewegingsopdrachten waarin deze parameter, ofwel muzikale tegenstelling, is verwerkt. Terwijl de kinderen aan het bewegen zijn, doorvoelen ze deze muzikale tegenstelling in hun hele lijf. Ga je daarna verder met je les en kom je bij het muzikale leerdoel, dan zullen de kinderen snel de connectie leggen van wat ze met hun lichaam hebben ervaren en nu als leermoment krijgen aangereikt.

Behalve aan het begin van de muziekles zijn bewegingsopdrachten ook een fijne afwisseling tijdens de les. Plan dit bewust in, of hou je bewegingsopdrachten achter de hand om ze te gebruiken als energizer op het moment dat je de kinderen kwijt raakt qua concentratie

*Bron: https://www.menselijklichaam.nl/psychologie/concentratie/

Hoofd, schouders, knie en teen
Dit lied leent zich voor verschillende muzikale parameters. Zing en speel het lied eens heel snel, of juist heel langzaam, heel hard of heel zachtjes.

Daarnaast kan je variaties geven voor de grote motoriek: Doe net of je een reus of olifant bent. De bewegingen worden sterk uitvergroot. Of voor de kleine(re)motoriek: Doe net of je een kabouter of muisje bent. De kinderen maken zich klein en maken ook bewegingen klein.

De volgende variaties bieden extra uitdaging in de bewegingen:
– Zit op de grond met de benen voor je uitgestrekt en voer de bewegingen uit.
– Ga in kleermakerszit zitten en wijs tijdens het lied al de lichaamsonderdelen aan.
– Ga op je knieën zitten: waar zijn nu je tenen tijdens het lied?
– Lig met je rug op de grond: wie weet hoe je tóch snel bij je tenen kan komen?

Laat een reactie achter