Sonata Muziekonderwijs

Muziek op de boerderij

Ga je binnenkort een dagje eropuit met je groep naar de kinderboerderij? In deze les is op Boer Bakkers boerderij is veel te zien en te horen. De kinderen laten met hun stem horen welke dieren Boer Bakker heeft. Daarna spelen ze de dierengeluiden op instrumenten. Met behulp van een vertelplaat over de (kinder)boerderij maken de kinderen een klankspel.

Doelgroep: Groep 1-2
Thema: Dieren; kinderboerderij; boerderij.
Doel: Aan het eind van deze les kunnen de kinderen het lied De grassprietpolka zingen. Ze kunnen dierengeluiden op verantwoorde wijze met hun stem uitbeelden. Ze kunnen de dierengeluiden uitbeelden op muziekinstrumenten. Ze letten zowel vocaal als instrumentaal op: toonsterkte, toonhoogte en tempo.
Voorbereiding:
1. Het lied De grassprietpolka kunnen zingen (zie knop Luistervoorbeeld Boerderijlied).
2. Oefen ook het zingen van de woordvariaties ‘varken’, hond’ en ‘kippen’ i.p.v. ‘koe’.
3. Zet de Boerderij Vertelplaat klaar op het digibord.
3. Instrumenten klaarleggen*:
– 3 trommels voor de koeien
– 3 raspen voor de varkens
– 3 schellenramen voor de honden
– meerdere ritmestokjes voor alle overige kinderen waarmee zij de kippen laten horen
* deze muziekinstrumenten worden in het voorbeeld van deze les gebruikt, maak eventueel een andere keuze maar zorg ervoor dat alle kinderen tegelijkertijd een muziekinstrument in handen hebben! 

Les 1

Tijdsduur: 15 minuten

Zingen
  • Toon op het digibord de Boerderij-vertelplaat (zie knop Download Boerderij-vertelplaat).
    Start een kringgesprek en laat enkele kinderen hun ervaringen vertellen.
    Maak daarna een overgang naar de muziekles.
  • Zing het lied in zijn geheel aan de kinderen voor: 
    ‘Op boer Bakkers boerderij stond een koe, stond een koe. En weet jij wel wat hij zei? Hij zei……..?’
    De kinderen roepen vast vanzelf: ‘BOE’.
  • Zing het lied nog een keer maar dan met de tekst: ‘…..loopt een kip’.
  • Ook de hond kan je op deze manier voorzingen en door de kinderen laten nadoen.
  • Een aandachtspunt is het geknor van de varkens. Varkens worden meestal uitgebeeld met een geluid in de keel en neus. Zang-technisch is dit geen bevorderlijk geluid. Laat hier de kinderen bewust het woord ‘knor’ zingen. Lees ook de lestip Stem-technisch aandachtspunt.
Muziek met je stem
  • Breid de opdracht uit door de kinderen te laten nadenken over de toonhoogte en de toonsterkte van de dierengeluiden.
  • Stel bij ieder dierengeluid dat je hebt gebruikt in het lied de volgende 2 vragen:
    ‘Klinkt het dierengeluid hard of zacht?’
    ‘Klinkt het dierengeluid hoog of laag?’
  • Bespreek met de kinderen de toonsterkte en toonhoogte van de dierengeluiden.
  • Zing het lied nog enkele keren met de 4 verschillende dierennamen. Nodig de kinderen uit om met je mee te zingen.
    Corrigeer waar nodig de vocale weergave van het dierengeluid aan het eind van het lied (toonsterkte en toonhoogte).

Je kan de les hier stoppen en het vervolg van deze les voor een volgende muziekles bewaren.

Stem-technisch aandachtspunt
Let erop dat de kinderen kinderen bij het nabootsten van de dierengeluiden hun stem goed gebruiken. Stimuleer de kinderen om de dierengeluiden te zingen i.p.v. te schreeuwen.

Laat een reactie achter