Sonata Muziekonderwijs

Het ritme van de regen

Les 2

Tijdsduur: 15 minuten

Zingen afwisselen met ritmes
  • Geef de kinderen de instructie hun ritmestokjes er weer bij te pakken.
    Geef hen de opdracht om tijdens het zingen ook weer in de maat mee te tikken met hun ritmestokjes tegen elkaar.
    Zing het lied samen met de kinderen.
    Bij het woordje ‘binnen’ houden ze de stokjes weer boven hun hoofd en wordt het dus vanzelf stil.
  • Vertel de kinderen dat ze de druppels van de regen op het dak kunnen horen tikken. Luister maar!
    Tik zelf met 2 ritmestokjes tegen elkaar een kort ritmisch patroon van 5 tikjes. Zie kader: patroon 1.
    [Dit woordritme vind je terug in het liedje ‘rikketikketik het regent’ uit de les ‘Het regent, het regent’ van groep 3]
  • Geef de kinderen de opdracht het ritme na te spelen.
    Tel in de maat tot 2 en geef een inzetgebaar. De kinderen spelen het ritme na.
    Laat de leerlingen ook het woordritme erbij uitspreken als hulpmiddel.
  • Herhaal dit ritme een aantal keer met de leerlingen totdat het mooi gelijk klinkt.
  • Leg de volgende spelvorm uit:
    ‘We zingen samen het lied. Tijdens het zingen tik je de maat mee met je ritmestokjes.
    Na het woordje ‘binnen’ houd je de stokjes boven je hoofd en is het weer stil.
    Ik speel dan een nieuw ritme voor. Jullie spelen dit na op mijn teken (inzetgebaar)’.
  • Voorbeeld van een ritme dat jij zou kunnen voorspelen, zie kader: patroon 2.
    Tel in de maat tot 2 en geef een inzetgebaar.
    De kinderen spelen het ritme klassikaal na met de stokjes tegen elkaar.
    Laat de leerlingen ook het woordritme erbij uitspreken als hulpmiddel.
    Herhaal dit ritme een aantal keer met de leerlingen totdat het mooi gelijk klinkt.
  • Herhaal deze spelvorm meerdere keren met de ritmes die jij (vooraf) bedacht hebt.
  • Laat vervolgens ook enkele kinderen een ritmisch patroon bedenken en voorspelen.
    Laat deze kinderen ook het woordritme erbij uitspreken als hulpmiddel.
Tot slot
  • Als je deze spelvorm regelmatig oefent met de kinderen kunnen zij steeds sneller en makkelijker de patroontjes naspelen of bedenken.
  • Als volgende stap kan je de kinderen uitdagen om ritmes te bedenken en/of na te spelen zónder gebruik van woordritmes .

Tip
Geef je deze les in je regulier lokaal? Laat de leerlingen hun stoel iets naar achteren schuiven zodat hun armen vrij zijn van de tafel en ze gemakkelijk met de stokjes op de tafel kunnen tikken.

Patroon 1
kort, kort, kort, kort, lang—
begeleid dat met het woordritme
rik  –  ke-    tik  –  ke  –  tik—

Patroon 2
lang—, lang—, kort, kort, lang—
begeleid dat met het woordritme
rik —     tik—    rik   –  ke-    tik—

Laat een reactie achter